Agenda-initiatief dieren in de openbare ruimte
De reden van dit agenda initiatief is dat in Zaanstad meer ruimte kan bieden aan dieren in die leven in de openbare ruimte. Dit thema is zeer divers en daarom hebben wij een zestal onderwerpen geselecteerd die wij graag aan de raad ter bespreking willen voorleggen. We denken hierbij aan de volgende voorbeelden:
1. Het stimuleren van de biodiversiteit. Om wilde bijen een kans te geven pleiten we voor het gebruik van uitsluitend biologische bollen. Veel niet-biologische bloemzaden en bloembollen maken van nature gifstoffen aan met als doel niet aangetast te worden door insecten. Doordat (delen van) bloemen daardoor giftig zijn voor o.a. wilde bijen doen veel niet-biologische zaden en bloembollen de stand van o.a. de wilde bij eerder kwaad dan goed. Ook vragen wij de raadsfracties hun visie op de invloed van de honingbij op de biodiversiteit. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat de honingbij – door de grote honger naar nectar – concurreert met wilde insecten 1 (o.a. de wilde bij) en dat de imkerij daardoor een negatief effect heeft op de biodiversiteit. De gemeente Zaanstad heeft het predicaat bijvriendelijke gemeente gekregen, een predicaat dat gesteund wordt door de imkerij 2. Immers heeft de honingbij ook baat bij bloemen die de gemeente aanplant. Daarom vragen wij aan de partijen of er naast het bloemrijker maken van de gemeente er ook meer aandacht moet komen voor de plek van de imkerij in Zaanstad.
Als antwoord op technische vragen zegt de gemeente: ‘De gemeente Zaanstad behoort wel tot de bijvriendelijke gemeenten in Nederland.’ Punt is dat deze visie op bijvriendelijk oa door imkers gesteund wordt en daarmee onvriendelijk is voor wilde bijen.
2. In de Volkskrant van 26 november 2020 stond dit:
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/herfstbladeren-weg-maar-ook-de-egeltjes- alleen-de-kleine~bbbc91a15/
Egels en andere kleine zoogdieren houden zich op op allerlei plekken in de openbare ruimte. Een voorbeeld daarvan zijn egels die met de bladeren in bladkorven worden afgevoerd. Als antwoord op technische vragen hierover geeft de gemeente aan dat het leegmaken van de korven zorgvuldig gebeurt. Maar to be sure willen wij ervoor pleiten dat de onderkant van de bladkorven van fijnmaziger gaas gemaakt wordt, opdat egels zich niet meer kunnen ophouden in de bladkorven. Zijn de partijen dat met ons eens?
3. Ook bij de isolatie van spouwmuren en daken kan het voorkomen dat vogels of vleermuizen in het purschuim vast komen te zitten. Ondanks dat er eerst goed gecheckt moet worden of er in spouwmuren geen vleermuizen aanwezig zijn komt het helaas met enige regelmaat dat vleermuizen bij woningisolatie omkomen 3. Bij grote renovatieprojecten is het gebruikelijk dat er goede ecologische inventarisaties worden gedaan, maar bij kleine projecten overstijgen de kosten hiervan vaak de kosten van de isolatiemaatregel zelf. De gemeente zou qua kennispartner op het gebied van ecologie een rol kunnen spelen bij isolatiemaatregelen om de kans op fouten bij particulieren zo laag mogelijk te maken. Positief is dat de gemeente wel op de website voor subsidieaanvragen voor spouwmuurisolatie benoemt dat men moet oppassen voor vleermuizen, maar de inhoudelijke ondersteuning aanbieden zou een extra stap kunnen zijn. Wat vinden de partijen daarvan? Mag hiervoor ambtelijke capaciteit worden vrijgemaakt?
4. Daarnaast kennen we ook problematiek omtrent amfibieën (o.a. kikkers en padden) die vast komen te zitten in rioolputten. Bij overvloedige regenval kan het zijn dat kikkers mee worden gesleurd met de stroming en daardoor in het riool terechtkomen. Vaak is er dan geen weg uit. In o.a. Den Haag, Gorinchem en Zoetermeer heeft men daarom “kikkertrappetjes” geïnstalleerd in putten, zodat kikkers en padden zichzelf uit het riool kunnen bevrijden. Zijn de partijen het met ons eens dat met een betrekkelijk kleine investering de openbare ruimte ook voor deze dieren wat diervriendelijker kan worden ingericht?
5. Vleermuisvriendelijke straatverlichting. Rijkswaterstaat is sinds 2011 begonnen met vleermuisvriendelijke verlichting aan te brengen (de zogenaamde batlamps 4).
6. Voorkomen overstort riolering: in de zomer van 2020 hebben we helaas opnieuw een voorval gehad bij een riooloverstort bij het Koogerpark. Door overvloedige regenval kunnen riolen soms het water niet meer aan en kan via een overstort het rioolwater op oppervlaktewater geloosd worden. Het gevolg hiervan is dat grote hoeveelheden vervuild water in de leefomgeving van vissen en amfibieën terechtkomen en deze daardoor vaak massaal komen te overlijden. Het voorkomen van dergelijke ecologische rampen kan door het strikt gescheiden inzamelen van regenwater en afvalwater. Bij overmatige regenval kan het schone regenwater wel op het oppervlaktewater worden geloosd. Dit wordt ook benoemd als ambitie in het rioleringsbeleid van Zaanstad. Het uitvoeringsplan is echter nog minder expliciet als het gaat om wanneer en waar er met de ontvlechting van hemelwater- en afvalwateropvang gestart gaat worden. Vanuit technische vragen (augustus 2020) weten we wel het volgende:
Er wordt samen met het HHNK gewerkt aan een Systeemoverzicht Stedelijk Water; dat is een modelmatige benadering van het héle watersysteem (riolering èn oppervlaktewater) om knelpunten te analyseren en maatregelen te bepalen om ongewenste situaties te verhelpen.
Er ligt dus wel al een basis. Is de raad het met ons eens dat in het belang van de dieren is om zo snel mogelijk de ambitie concreet in maatregelen uit te werken? Wat vindt u daarvoor een acceptabele termijn?
Graag vernemen wij de reacties.
Status
Ingediend
Voor