Een visvriendelijke stad
Agenda-initiatief
Lijden vissen onder vissen? En als dat zo is, wegen de belangen van mensen (het vermaak van sportvisserij en hengelen) dan nog op tegen het belang van de vis? Over deze vragen is veel wetenschappelijk onderzoek verschenen en er bestaan verschillende wetgevingskaders die op dit onderwerp van toepassing zijn. Vanuit de meest recente wetenschappelijke inzichten wil de fractie Partij voor de Dieren Zaanstad voorstellen om tot nieuw beleid te komen voor de sportvisserij en hengelen.
In dit initiatief schetsen we eerst enige achtergrond over de van toepassing zijnde wettelijke kaders, bespreken daarna de wetenschappelijke inzichten omtrent vissenwelzijn en hengelen en tot slot de gemeentelijke beleidsruimte om eventuele actie te ondernemen.
"Many years ago, I was fishing, and as I was reeling in the poor fish, I realized, 'I am killing him -- all for the passing pleasure it brings me.' "And something inside me clicked. I realized as I watched him fight for breath, that his life was as important to him as mine is to me." (Sir Paul McCartney [1])
Wet dieren
Via de Wet dieren worden sommige dieren in Nederland (tot op zekere hoogte) beschermd. Deze wet stamt uit 2013 en is vernieuwd in 2021. Ze erkent – evenals de Zaanse Nota dierenwelzijn – de intrinsieke waarde van dieren. Daarnaast wordt er in artikel 2.1 Wd gesteld dat het toebrengen van letsel of het veroorzaken van pijn bij een dier verboden is. Hier wordt wel een uitzondering gemaakt: namelijk een redelijk doel. De vraag is of met de kennis van nu over de gevolgen van hengelen voor de vissen – waarop nader wordt ingegaan – nog gesproken kan worden van een redelijk doel, namelijk het vermaak van mensen.
Daarnaast dient op basis van hetzelfde artikel uit de Wet dieren (lid 6) eenieder zorg te verlenen aan een hulpbehoevend dier. Deze zorgplicht kan voor in het wild levende dieren ook rijken tot een zogenoemde afblijfplicht. Soms zijn dieren er namelijk bij gebaat als mensen juist op afstand blijven. Deze afblijfplicht zou wat de Partij voor de Dieren betreft niet moeten worden toegepast nadat een vis door hengelen letsel heeft opgelopen, maar juist voordat de vis in zijn welzijn wordt benadeeld.
Vissen, hengelen en sportvissen
Wetten die specifiek gelden voor de visserij zijn opgenomen in de Visserijwet van 1963. Vissen wordt daarin als volgt gedefinieerd: 'het te water brengen, hebben, lichten of ophalen van vistuigen, maar ook het op een andere manier proberen om vis uit het water te bemachtigen (bijvoorbeeld met de hand). Ook het uitzetten van vis of visbroed of uitzaaien (van schelpdieren) wordt door de Visserijwet aangemerkt als “vissen”.
Het is een visser niet toegestaan om elke vis die hij tegenkomt te vangen. In de Visserijwet zijn bepaalde vissoorten als ‘vis’ aangewezen. 'De aanwijzing gebeurt in een ministeriële regeling; bijlage 1 van de Uitvoeringsregeling visserij. Ook delen van de aangewezen vissen, kuit en broed worden aangemerkt als “vis” in de zin van de Visserijwet 1963 [2].
De niet als vis aangewezen vissoorten zijn geen “vis” in de zin van de Visserijwet 1963. Voor zover de niet aangewezen vissoorten inheems zijn, vallen zij onder de bescherming van de Wet natuurbescherming (artikel 3.10 & Bijlage onderdeel A Wnb). Dit zijn bijvoorbeeld de grote modderkruiper, de gestippelde alver, de beekprik en de kwabaal. Voor zover de niet aangewezen vissoorten uitheems (exoot) zijn, zoals de zonnebaars en diverse uitheemse grondels, vallen zij niet onder de Visserijwet 1963, noch onder de bescherming van de Wet natuurbescherming.
In de Zaanse Nota dierenwelzijn wordt verwezen naar de Visserijwet 1963. De enige overweging over de hengelsport in de nota betreft de constatering dat deze wet rekening houdt met de belangen rond natuurbescherming en het welzijn van vissen.
Probleemstelling
Vissen is voor veel mensen een ontspannende bezigheid. De belangen van de sportvisserij en dierenwelzijn zijn echter tegenstrijdig. Er is lang verondersteld dat vissen geen gevoel hebben. Daarom werden ze ook niet genoemd in de Dierenwelzijnswet (voorloper Wet dieren, namelijk de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD) uit 1992). Wetenschappelijk onderzoek toont echter het tegendeel aan. In Bijlage 2 hebben we een beknopt overzicht toegevoegd met verschillende recente wetenschappelijke onderzoeken die onderbouwen dat vissen wel degelijk pijn ervaren. Daaruit blijkt dat vissen alle eigenschappen hebben om prikkels die mensen als pijn ervaren, te ontvangen, en daarop te reageren met een vluchtreactie. Ze zijn zich bewust van hun omgeving, ze kunnen stress ervaren en lijden. De huidige dierenwelzijnswetgeving gaat uit van de intrinsieke waarde van dieren.Dat wil zeggen dat de dieren waardevol zijn in zichzelf, en dat hun belang niet meer automatisch ondergschikt is aan de belangen van de mens. Dat geldt ook voor vissen.
Als gevolg van sportvisserij raken vissen gewond (ten minste een haakwond) en kunnen ze blijvend letsel oplopen. Vissen ervaren daardoor zoals gezegd pijn, vergelijkbaar met gewervelde dieren. Verwondingen en letsel kunnen het welzijn van de vis aantasten en zelfs leiden tot de dood. Daarnaast veroorzaakt het te lang uit het water houden stress bij de vis en kan het houden van (te veel) vissen in een (te klein) leefnet tot stress leiden. Zeker als de vis de haak heeft ingeslikt, is het leed ernstig. Bij het beetpakken van de vis kan de beschermende slijmlaag, cruciaal voor de overleving, worden aangetast. Vissen raken ook ernstig gestrest of sterven als ze urenlang worden opgesloten in een net in het water of in bewaarzakken op het droge. Ook de dodingsmethoden van vissen (laten stikken, ´dood´gooien, darmen uitsnijden, strippen, zouten) kenmerken zich door ondeskundigheid, onwetendheid en langdurig lijden. De Partij voor de Dieren vindt dit zeer dieronvriendelijk en ontoelaatbaar.
Hengelen heeft ook nadelen voor veel andere dieren: (water)vogels kunnen omkomen wanneer zij verstrikt raken in verloren of achtergelaten visdraad of omdat zij een vishaak inslikken. Daarnaast klemmen hengelaars ook loodbolletjes om de vislijn, die vaak in het water verloren gaan. Vislood wordt in het Activiteitenbesluit aangemerkt als Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS). ZZS zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor mens en milieu omdat ze bijvoorbeeld de voortplanting belemmeren, kankerverwekkend zijn of zich in de voedselketen ophopen [3]. Watervogels eten deze verloren stukjes lood in plaats van steentjes (dit gedrag helpt de vogel normaliter om voedsel in de maag te vermalen). Het opgegeten lood lost echter op, wordt in het bloed opgenomen en leidt uiteindelijk tot een pijnlijke dood. Lood is in algemene zin giftig en zeer slecht voor het milieu.
Het milieu wordt vervuild door het bijvoeren. Er worden naar schatting jaarlijks tonnen aan lokmiddelen in het water gegooid. Dit leidt tot een overmatige voedselverrijking en verstikkende algenbloei van het water (eutrofiëring). Bovendien worden kwetsbare oevervegetaties door hengelaars vertrapt en wordt de rust van bijvoorbeeld vogels op en langs de oevers verstoord.
Al dit ongerief en de onzorgvuldige omgang met vissen, vogels en het milieu wordt verergerd bij hengelwedstrijden, of met jonge kinderen als hengelaars. Sommige scholen geven hun leerlingen lessen in sportvisserij. Het is van belang dat kinderen van jongs af aan wordt geleerd dat dieren net als mensen levende wezens zijn die pijn kunnen ervaren en dat het opzettelijk pijn doen of verwonden van dieren onethisch is.
Beleidsruimte lokale overheden
Een gemeente heeft veel beleidsruimte om sportvissen te verbieden. Voor oevers en wateren waar de gemeente eigenaar van is, kan een direct verbod op vissen worden opgelegd via de APV. Zo noemt ’s-Hertogenbosch in de APV expliciet locaties waar het verboden is te vissen. De onderbouwing hiervoor is om overlast voor bezoekers van dergelijke wateren te voorkomen en stranden en (zwem)water schoon te houden [4]. Daarnaast kunnen bij het verpachten van wateren voorwaarden worden opgenomen dat deze niet als viswateren mogen worden gebruikt voor sportvissers. Momenteel verpacht de gemeente Zaanstad visgronden aan Hengelsportvereniging Zaanstreek (HVZ). Hiermee kan worden gestopt. Viswedstrijden op of aan private wateren waarvoor een evenementenvergunning nodig is, zouden kunnen worden voorkomen via het evenementenbeleid. Tot slot kan de gemeente in gesprek gaan met scholen over de onwenselijkheid van “vislessen” waarbij sportvissers kinderen enthousiasmeren voor de sportvisserij zonder de kinderen daarbij te vertellen welk leed sportvissen veroorzaakt.
Vragen aan de raad
Graag leggen we de raadsfracties de volgende vragen voor:
- Bent u het met ons eens dat - gegeven al het wetenschappelijk bewijs dat vissen pijn ervaren - de sportvisserij en hengelen onverenigbaar zijn met de intinsieke waarde die Zaanstad ook vissen heeft toegekend? Bent u het met ons eens dat sportvisserij en hengelen daarom niet langer passen bij hoe wij als Zaanstad met dieren om willen gaan?
- Bent u het met ons eens dat kinderen op school geen rooskleurig beeld geschetst zouden moeten krijgen van de sportvisserij en het hengelen?
- Vindt u dat Zaanstad in gesprek moet gaan met scholen om een einde te maken aan “vislessen”?
- Vindt u dat Zaanstad (o.a.) scholen moet informeren over het leed voor vissen door de sportvisserij en hengelen moet verstrekken?
- Gezien het feit dat hengelsportverenigingen onder de Visserijwet 1963 zelf het toezichthoudende orgaan zijn voor de sportvissers en daarmee vissenwelzijn, bent u met ons van mening dat voor het tellen van populaties van vissen moet worden samengewerkt met instanties als het hoogheemraadschap, biologen en natuurorganisaties, maar niet met hengelsportverenigingen?
- Bent u met ons van mening dat viswedstrijden zo snel mogelijk verboden moeten worden?
- Vindt u dat Zaanstad tot een geheel verbod op de sportvisserij via de APV en beleid op verpachting moet komen?
- Bent u met ons van mening dat Zaanstad voor een geheel visverbod moet pleiten binnen de recreatieschappen waarin zij deelneemt?
- Indien u niet wilt overgaan tot een verbod op hengelen en sportvisserij, bent u wel met ons van mening dat Zaanstad alles in het werk moet stellen om het gebruik van lood en andere milieuverontreinigende materialen bij het hengelen en sportvisserij tegen te gaan?
Bijlage 1: Wet dieren
Artikel 1.3. Intrinsieke waarde
- De intrinsieke waarde van het dier wordt erkend.
- Onder erkenning van de intrinsieke waarde als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan erkenning van de eigen waarde van dieren, zijnde wezens met gevoel. Bij het stellen van regels bij of krachtens deze wet, en het nemen van op die regels gebaseerde besluiten, wordt ten volle rekening gehouden met de gevolgen die deze regels of besluiten hebben voor deze intrinsieke waarde van het dier, onverminderd andere gerechtvaardigde belangen. Daarbij wordt er in elk geval in voorzien dat de inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren, verder dan redelijkerwijs noodzakelijk, wordt voorkomen en dat de zorg die de dieren redelijkerwijs behoeven is verzekerd.
- Voor de toepassing van het tweede lid wordt tot de zorg die dieren redelijkerwijs behoeven in elk geval gerekend dat dieren zijn gevrijwaard van:
- dorst, honger en onjuiste voeding;
- fysiek en fysiologisch ongerief;
- pijn, verwonding en ziektes;
- angst en chronische stress;
- beperking van hun natuurlijk gedrag;
voor zover zulks redelijkerwijs kan worden verlangd.
Artikel 2.1. Dierenmishandeling
- Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen.
Zie gehele Wet dieren:
wetten.nl - Regeling - Wet dieren - BWBR0030250 (overheid.nl)
Amendement lid Vestering:
Aan artikel 2.1, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Onder een redelijk doel wordt in elk geval niet begrepen het kunnen houden van dieren in een bepaald systeem of huisvesting.
Kamerstuk 35398, nr. 9 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)
Bijlage 2: Wetenschappelijk onderzoek vissen en pijn
De kennis over pijn- en stresservaringen van vissen was tot amper tien jaar geleden nog zeer beperkt. In Nederland is er door Universiteit Wageningen en de Radboud Universiteit onderzoek gedaan naar hoe vissen pijn verwerken en eventueel ervaren. De onderzoekers concludeerden (2011):
“Vooral de aanhoudende (uren!) gedragsverandering laat dat zien. Maar hoe vissen pijn ervaren, weten we nog niet; analyses van hersendelen die daarbij betrokken kunnen zijn worden momenteel uitgevoerd. Wel zagen we dat de vissen ervan geleerd hebben; een volgende keer proberen ze de prikkel te ontwijken." [5]
Deze bevindingen geven aan dat vissen in staat zijn pijn te registreren, maar daarmee is niet aangetoond dat vissen pijn ook daadwerkelijk ervaren zoals mensen en naar wij mensen in het algemeen aannemen de meeste diersoorten dit doen.
De afgelopen jaren is er veel aanvullend onderzoek verschenen. Zo concludeerden onderzoekers van de University of Texas dat het argument dat vissen bepaalde hersengebieden niet hebben en daarom geen pijn kunnen ervaren niet klopt. Bij mensen blijkt namelijk dat andere delen van de hersenen – die vissen wél hebben - pijnfuncties kunnen overnemen als de primaire hersengebieden die pijn registreren door letsel worden beschadigd [6]. Hierdoor werd opnieuw bevestigd dat het zeker niet uit te sluiten is dat vissen pijn ervaren. Onderzoekers van de University of Liverpool bekeken het empirisch bewijs voor de gewaarwording van pijn bij vissen vanuit de onderliggende moleculaire biologie, de neurobiologie en de anatomie van pijnreceptoren, en kwamen tot de conclusie dat het gewaarworden van pijn evolutionair behouden is gebleven bij de gewervelde dieren, en dus ook bij vissen. Uit de studie van vissen is zelfs gebleken dat de biologie van hun nociceptief systeem opvallende gelijkenissen vertoont met die van zoogdieren [7]. Evenals de onderzoekers van de University of Texas halen zij aan dat de eenlagige voorhersenen van vissen weliswaar verschillen van mensen, maar dat vogels vergelijkbare hersenstructuren hebben en het voor vogels onomstreden is dat deze pijn kunnen ervaren.
Naast de eigen onderzoeksresultaten haalt Doctor Lynne Sneddon, directeur van de afdeling Bioveterinary Science aan de University of Liverpool, ook andere onderzoeksresultaten aan in een interview met de VRT [8]. Hierin wordt benoemd dat:
- Studies hebben aangetoond dat vissen dagenlang zullen wegblijven uit een gevaarlijk deel van hun leefgebied, zelfs als ze daardoor niet kunnen eten. Goudvissen die in een bepaald deel van hun aquarium een elektrische schok toegediend kregen, zullen dat deel vermijden en als ze daar hun eten krijgen, liever niet eten dan het risico te lopen opnieuw een schok te krijgen;
- Baarzen zullen minder eten nadat ze gevangen zijn met een lijn en een haak, omdat het te pijnlijk is om te eten;
- Zebravissen die blootgesteld werden aan te warm water, zwemmen vervolgens minder ver dan normaal, maar hernemen hun normale gedragspatroon als er pijnstillers aan het water worden toegevoegd.
- Er is ook vastgesteld dat vissen hyperventileren na een pijnlijke ervaring, zich veel behoedzamer gaan gedragen, minder actief zijn en ook ander abnormaal gedrag vertonen;
- Als de lippen van de vis een pijnlijke prikkel toegediend krijgen, wrijven ze hun mond tegen de zijkant van het aquarium, zoals wij over onze teen wrijven als we hem ergens tegen gestoten hebben
Al deze bevindingen uit talloze onderzoeken tonen aan dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat vissen geen pijn zouden kunnen ervaren. Tot slot verwijzen we naar enkele andere belangrijke uitgevoerde studies die tot dezelfde conclusies komen [9].
[1] How Paul McCartney Turned Vegetarian - ABC News (go.com)
[2] wetten.nl - Regeling - Visserijwet 1963 - BWBR0002416 (overheid.nl)
[3] Zeer Zorgwekkende Stoffen | Risico's van stoffen (rivm.nl)
[4] Bijlage-raadsvoorstel-wijziging-APV-gemeente-s-Hertogenbosch-24-10-2017.pdf (hsvdemeer.nl)
[5] 178324 (wur.nl)
[7] Can Fish Experience Pain? | SpringerLink
[8] Vissen voelen wel degelijk pijn, op een gelijkaardige manier als zoogdieren | VRT NWS: nieuws
[9] Victoria A. Braithwaite, Do Fish Feel Pain?, Oxford University Press (2010); Markus Wild, Fische. Kognition, Bewusstsein und Schmerz. Eine philosophische Perspektive, Beitrage zur Ethik und Biotechnologie / 10 (2013) 187.
Status
Ingediend
Voor