AMENDEMENT: verwijderen groepsverbod uit APV (verworpen)
(PvdD, SP, ROSA)
De gemeenteraad van Zaanstad, in vergadering bijeen op 30 januari 2025, besprekende Verordening 2024 tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening, APV, Zaanstad 2013 (8373199),
Besluit:
Aan beslispunt 1 van het raadsvoorstel Verordening 2024 tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening, APV, Zaanstad 2013 toe te voegen: met dien verstande dat artikel I, onderdeel K van de verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening, APV, Zaanstad 2013 wordt geschrapt en de nummering van de verordening hierop aan te passen.
Onderbouwing:
Artikel 2.78a is bedoeld voor het tegengaan van langdurige overlast door enkele groepen in de gemeente. Ernstige overlast door groepen dient natuurlijk tegengegaan te worden, maar de vraag is of een groepsverbod daarvoor een nuttig en proportioneel middel is.
Nuttig?
Momenteel zijn in artikelen 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen, 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen en Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten opgenomen in de APV om ernstige overlast te kunnen bestraffen. Op basis van deze artikelen kan handhaving groepen die overlast veroorzaken bestraffen. In de praktijk zou de toepassing van deze artikelen een heterdaad vereisen, waardoor bestraffing van overlast gevende groepen lastig is. Deze artikelen geven – naast bestraffing - ook haakjes om de groepen aan te spreken, te onderzoeken waarom ze daar hangen en overlast veroorzaken én daarmee te kijken of ook preventieve maatregelen genomen kunnen worden. Hiermee kan je ook de grondoorzaken waarom de groep overlast veroorzaakt aanpakken.
Voor effectievere handhaving zou een groepsverbod op een locatie beter werken stelt het college. Uit beantwoording van technische vragen blijkt dat je daarmee groepen sneller kan wegsturen uit de aangewezen gebieden, maar dat dit potentieel een waterbedeffect veroorzaakt: dezelfde groep gaat even verderop zitten. Daarmee is het zeer de vraag in hoeverre de toevoeging van dit artikel ook de gewenste effecten – namelijk het bestrijden van overlast – gaat opleveren.
Tevens is het op dit moment nog niet duidelijk of en hoe vaak de bestaande artikelen 2:47 en 2:49 in de praktijk (zowel succesvol als onsuccesvol) zijn ingezet. Dit is belangrijke informatie om te kunnen beoordelen of deze artikelen in de praktijk inderdaad geen soelaas bieden. Op basis van deze reflectie achten wij de toevoeging van dit artikel niet erg nuttig.
Proportioneel?
Het instellen van een groepsverbod in een aangewezen gebied geldt voor iedere groep van drie of meer personen. Hoewel gesproken wordt dat er criteria zijn met betrekking tot “ophouden zonder een redelijk doel” en “voor anderen hinderlijk zijn”, zijn dit zeer subjectieve en niet handhaafbare criteria. Groepsgewijze overlast is vanuit artikelen 2:47, 2:49 en 2:50 al verboden en zou een heterdaad nodig hebben. Dat zou dan eveneens voor artikel 2:78a gaan gelden. Een redelijk doel is een subjectief criterium dat ongelijkheid in de hand werkt. Uit de beantwoording van de technische vragen blijkt dat er géén objectieve criteria zijn geformuleerd om te bepalen wanneer er sprake is van genoemde overlast. Om ongelijkheid te voorkomen zou handhaving op elke groep van drie of meer in aangewezen gebieden nodig zijn. Dat terwijl de overlast gevende groepen mogelijk een straat verderop gaan zitten. Kortom, niet proportioneel.
Een groepsverbod kent verder bezwaren vanuit mensenrechten als vrijheid van vergadering en vrijheid van vereniging. Het handhaven op samenkomen in groepen moeten we daarom uiterst voorzichtig mee zijn. Wanneer er een waterbedeffect ontstaat naar meer plekken in de gemeente kent dit artikel het potentieel dat er disproportionele vrijheidseffecten kunnen ontstaan. Vanuit deze reflectie vinden wij dat dit artikel een disproportionele effecten heeft op vrijheid en ongelijkheid.
Aanvullende overwegingen
- Uit de beantwoording van de technische vragen en de discussie in het Zaanstad Beraad blijkt dat er nog geen overleg heeft plaatsgevonden met partners in de stad welke mogelijk te maken krijgen met de gevolgen van de invoering van de verboden, zoals Leger des Heils of Jongerenwerk
- Uit de beantwoording blijkt tevens dat er geen criteria en termijnen zijn afgesproken waarop de maatregelen getoetst kunnen worden op effectiviteit.
- Het is volkomen onduidelijk wat er na de handhaving van het verbod gebeurt met degene die het verbod krijgen opgelegd;
Conclusie
Al met al kent de toevoeging van dit artikel relatief veel en disproportioneel negatieve effecten en geeft handhaving slechts zeer beperkte extra middelen om overlast mee te bestrijden.
Namens de Partij voor de Dieren Zaanstad,
Melchior Mattens
Namens de SP Zaanstad,
Anna de Groot
Namens ROSA,
Menno de Haas
Status
Verworpen
Voor
Partij voor de Dieren, ROSA, D66, SP
Tegen
Groep De Boer, Groep Lassooy, ChristenUnie, CDA, DENK, GroenLinks, VVD, Partij voor Ouderen en Veiligheid, PvdA, Democratisch Zaanstad, PVVLees onze andere moties

AMENDEMENT: Aandacht voor een gezonde economie (verworpen)
Lees verder
MOTIE: Stop reclame voor vlees in de openbare ruimte (verworpen)
Lees verder