Agenda-initi­atief: mini­ma­re­geling dieren­arts­kosten


27 augustus 2020

In Zaanstad komt het helaas veel voor dat huisdierbezitters niet in staat blijken te zijn de kosten te dragen wanneer een dier ziek wordt en naar de dierenarts moet. Doordat gezelschapsdieren een onmisbare schakel zijn in het leven van veel mensen leidt een ziekte van het dier tot veel leed. Het niet kunnen behandelen van een ziekte/aandoening bij een dier leidt tot een scala aan problemen die in een aantal gevallen ook maatschappelijk van aard zijn. Naast het leed voor het dier - en ten gevolg daarvan voor de eigenaar - komt het ook voor dat dieren gedumpt worden en Zaanstad vanuit haar wettelijke verplichting de zorg voor het zwerfdier moet overnemen (nu via Dierenzorg). Ook past het ondersteunen van arme gezinnen bij dierenartskosten binnen de sociale opgave om eenzaamheid terug te dringen, o.a. doordat er niet in schrijnende situaties noodgedwongen afstand hoeft te worden gedaan van het dier.

Bij een rondvraag onder dierenartsen bleek dat er naar alle waarschijnlijkheid vele honderden huisdieren zijn verstoken van goede medische zorg als gevolg van financiële beperkingen van de eigenaren. In Amsterdam zijn er sinds 2016 al meer dan 10.000 tegoedbonnen voor behandeling uitgereikt, hetgeen neerkomt op 3.000 per jaar. Geschaald naar Zaanstad bevestigt dit het vermoeden dat er zeker honderden dieren verstoken zijn van medische zorg. Maar dit is waarschijnlijk het topje van de ijsberg.

Daarnaast heeft de gemeente Zaanstad in de Dierenwelzijnsnota 2019 opgenomen: “Goede verzorging, onder andere in de vorm van huisvesting en voeding en zo nodig medische verzorging vormt een basisvoorwaarde voor het dierenwelzijn van gezelschapsdieren en landbouwdieren”.

Een minimaregeling ter tegemoetkoming in de kosten voor dierenartszorg is – zoals nader zal worden onderbouwd - de eenvoudigste en best uitvoerbare methode om op korte termijn zichtbare impact voor mens en dier te creëren. Tevens kunnen via een dergelijke regeling, evenals in Amsterdam, meer dieren worden gechipt en/of gecastreerd. Dit geeft als bijkomend voordeel dat eigenaren van zwerfdieren makkelijker kunnen worden opgespoord en daardoor de gemeente in minder gevallen zal hoeven opdraaien voor de kosten van de opvang en behandeling van zwerfdieren.

Overwegingen soorten ondersteuning

Echter zijn er veel manieren om deze groep mensen te ondersteunen:

  1. De gemeente zou dierenartsen kunnen verzoeken om opnieuw minimaregelingen te starten die privaat gefinancierd worden. Naar aanleiding van negatieve ervaringen met dergelijke regelingen uit het verleden hebben meerdere dierenartsen aangegeven een minimaregeling vanuit de dierenartspraktijk niet opnieuw te willen overwegen. Daarmee lijkt dit een afgesloten weg.
  2. De gemeente kan private fondsen promoten die tegemoet komen in de dierenartskosten voor mensen met een te laag inkomen. Helaas kleven er grote nadelen aan dergelijke fondsen. Deze fondsen zijn vaak langzaam in het toekennen van financiële compensatie; er is geen garantie dat deze fondsen überhaupt uitkeren daar dit geen natuurlijk recht is van de aanvrager; er is geen garantie dat er voldoende geld in deze fondsen aanwezig is; indien een grote gemeente als Zaanstad in het algemeen terugvalt op dergelijke private initiatieven er waarschijnlijk een te grote druk wordt gelegd op kleine liefdadigheidsinstellingen; Zaanstad als gemeente is verantwoordelijkheid voor het goed behandelen van huisdieren door haar eigen inwoners en verschuift deze plicht naar externe partijen; het met externe partijen moeten delen van veel persoonlijke informatie wordt als een van de belangrijkste redenen aangemerkt door Zaanse dierenartsen voor het mislukken van private initiatieven in het verleden. Deze nadelen zorgen ervoor dat het terugvallen op particuliere initiatieven geen reële optie is.
  3. Een verzekeringscollectief zou kunnen worden onderzocht, maar een belangrijk bezwaar tegen een verzekeringscollectief is dat het weinig impact heeft voor mensen met een laag inkomen. Uit onderzoek blijkt dat hoge risico- en winstmarges en niet noodzakelijke dekkingen (bijvoorbeeld standaard Europese dierenzorg) de premies dusdanig laten oplopen dat mensen met een kleine portemonnee - ook met enkele procenten korting - de premie niet kunnen opbrengen.
  4. Een minimaregeling zoals deze in gemeenten als Amsterdam en Rotterdam is ingevoerd komt direct tegemoet in de dierenartskosten indien huisdierbezitters kosten moeten maken. Hiervoor dient een inkomenscheck te worden gedaan die vergelijkbaar is met de toetsing voor andere financiële ondersteuning van de gemeente aan minima. Hierdoor is het niet noodzakelijk om een stadspas in te voeren om een dergelijk systeem op te zetten. Daarentegen zijn er wel kosten verbonden aan dit voorstel voor de gemeenschap. Uitgangspunt van dit systeem is dat het bedrag dat beschikbaar is voor een consult, behandeling of castratie in de regel voldoende hoog is om dieren te kunnen helpen.


Een belangrijke overweging bij de invoering van dit systeem is of er niet negatieve prikkels worden gegeven aan minimagezinnen om (te) veel huisdieren te houden. In het dierenwelzijnsbeleid (Dierenwelzijnsnota) en in de wet Dieren is te vinden dat de gemeente, de politie, het LID en de NVWA kunnen handhaven op ontoelaatbare situaties waardoor het welzijn van dieren wordt aangetast. Hierdoor wordt er reeds toezicht gehouden op het aantal huisdieren en hun leefsituatie. Daarnaast kan het invoeren van een regeling ook helpen om sociale problematiek dat samen gaat met impulsaankopen van huisdieren op te sporen en via sociaal wijkteams bespreekbaar te maken.

Kosten

Het invoeren van een minimaregeling dierenartskosten zal naar alle waarschijnlijkheid moeten worden aanbesteed omdat de kosten tussen de 50 duizend euro en 150 duizend euro per jaar bedragen. De verwachte kosten zijn afhankelijk van de dekkingskeuze en het in rekening te brengen eigen risico. Ter referentie: een regeling waarbij de gemeente 90% van de medisch noodzakelijke zorg vergoedt met een maximum van 2000 euro per jaar kost Zaanstad naar verwachting 120 duizend euro per jaar. Ook hangen de invoeringskosten (eenmalige kosten) samen met het al dan niet invoeren van een stadspas. Wanneer deze wordt ingevoerd kan dat enkele tienduizenden euro’s schelen voor het opzetten van een uitgiftesysteem met coupons of persoonsgebonden passen.

Om tot een gedragen regeling te kunnen komen willen wij graag de volgende vragen voorleggen aan de raadsfracties:

  • Is uw fractie het met ons eens dat het nodig is dat de gemeente gezinnen met een laag inkomen financieel ondersteunt bij ziekte van hun huisdier(en)? Geeft u op basis van genoemde overwegingen ook de voorkeur aan een minimaregeling?
  • Hoe kijkt u aan tegen een regeling waarbij 90% van de zorgkosten wordt vergoed in vergelijking met de Amsterdamse ADAM-regeling waarbij 50% van de dierenzorgkosten wordt vergoed tot een maximum van 300 euro? In welke mate denkt u dat een eigen risico van 50% ertoe leidt dat noodzakelijke zorg alsnog vermeden wordt?
  • Hoe kijkt u aan tegen een standaarddekking van een controleconsult, het chippen, steriliseren en castreren?
  • Hoe kijkt u aan tegen het toevoegen van medisch noodzakelijke behandelingen?
  • Bent u het met ons eens dat een langdurig intensief zorgproces met bijzondere behandelingsmethoden niet vergoed zouden moeten worden?
  • Ziet u een maximum bedrag dat de gemeente vergoedt als een acceptabel criterium voor de beoordeling van eventuele overmatige zorgverlening?
  • Vindt u het wenselijk om het aantal dieren dat per gezin in aanmerking voor vergoeding komt te beperken?

Namens Partij voor de Dieren Zaanstad,

Melchior Mattens

Dit agenda-initiatief is op 27 augustus 2020 besproken in het Zaanstad Beraad. Een weergave van de bespreking vind je hier. Op een geschikt moment zal de fractie hier een vervolg aan geven.


Status

Ingediend

Voor

Tegen