Schriftelijke vragen over nieuwe Beleidsregels aanpak hondenbijtincidenten gemeente Zaanstad 2024
Beleid is belangrijk, speciesisme dreigt
Indiendatum: 11 sep. 2024
Schriftelijke vragen ex art. 51 RvO betreffende Beleidsregels aanpak hondenbijtincidenten gemeente Zaanstad 2024 | 8635490
Zaanstad, 11 september 2024
Geachte heer Hamming,
Op 26 juli j.l. ontving de raad uw raadsinformatiebrief betreffende beleidsregels aanpak hondenbijtincidenten [1]. De Partij voor de Dieren vindt het belangrijk dat de veiligheid van onze inwoners - mensen en dieren - zo goed mogelijk wordt geborgd. We zijn in beginsel blij dat u beleidsregels heeft opgesteld en staan ook in grote lijnen achter de regels. Wel is onze fractie van mening dat enige aanpassingen nodig zijn, in het belang van mens en dier. Het gaat om (oplopend) ingrijpende maatregelen, die volgens ons nóg zorgvuldiger dienen te worden afgewogen dan u duidelijk al gedaan heeft. Daarom stellen we u de volgende vragen.
1. In Artikel 1 worden onder meer “hinderlijke hond” en “gevaarlijke hond” gedefinieerd. Elders staat dat in aangewezen gevallen een gedragscursus voor de hond dringend geadviseerd kan worden. Daarmee zegt u dat honden kunnen leren en veranderen. Om die reden benoemen we bij mensen het gedrag en niet de persoon (bijv. een persoon met onbegrepen gedrag). Uit de onderzoeken die er zijn blijkt dat de houders van honden “de belangrijkste risicofactor” vormen bij bijtincidenten [2]. Niet alleen de hond, maar ook de omgeving en de houder spelen dus een rol bij bijtincidenten. Een eigenaar van de hond heeft de volle verantwoordelijkheid om de hond goed op te voeden en waar nodig bij zich te houden.
1.1. Onderschrijft u dat woorden ertoe doen, en ook invloed kunnen hebben op de houding van en bejegening door anderen?
1.2. Bent u bereid “hinderlijke hond” te wijzigen in “hond met hinderlijk gedrag” en “gevaarlijke hond” in “hond met gevaarlijk gedrag"?
2. In artikel 3 (en 2) staat: “In het voornemen bij een aanlijngebod en/of een aanlijn- en muilkorfgebod adviseren wij de eigenaar of houder van de hond dringend om een gedragscursus te volgen. Deze gedragscursus kan helpen (agressief) gedrag van de hond om te buigen, zodat het risico op herhaling kan worden verkleind.” De uitkomst van de gedragstest kan voor een hond ingrijpend zijn, bijvoorbeeld als kansen gemist worden om het gedrag van de hond voldoende bij te sturen. In artikel 1 staat dat de cursus of test gevolgd moet worden bij een “gediplomeerde en geaccrediteerde gedragstherapeut [...] aangesloten bij stichting Dierbaar https://huisdierenspecialist.n... of bij de www.nvgh.nl of bij de www.sppd.nl.” De ene therapeut of onderzoeker is de andere niet, blijkt ook uit een relevant recent artikel in Trouw [3].
2.1. Bent u met ons van mening dat een gedragstherapeut of -cursus met zo’n opgave niet alleen erkend maar ook hoogwaardig moet zijn en dat de kwaliteit mede wordt bepaald door nascholing en ervaring?
2.2. Bent u bereid om te onderzoeken of er meer eisen gesteld kunnen en moeten worden aan de aan te wijzen gedragstherapeuten voor deze doelen en de raad daarover te informeren?
2.3. Bent u bereid te onderzoeken of een opvoedcursus verplicht kan worden (in plaats van slechts dringend geadviseerd), in elk geval aan houders van honden met hinderlijk of gevaarlijk gedrag, en mogelijk aan iedereen die hond heeft of wil ‘aanschaffen’ en de raad daarover te informeren?
3. Op de website van de gemeente is informatie te vinden voor mensen die last hebben van loslopende of bijtende honden. Er kunnen ook mensen zijn bij wie het goed opvoeden van de hond niet lukt. Ook zij zijn mogelijk op zoek naar informatie en hulp, om erger te voorkomen en tijdig bij te kunnen sturen. Ook zijn er nog steeds mensen die honden bij een fokker kopen, en fokken nog steeds niet alle fokkers verantwoord. Beleidsregels aanpak hondenbijtincidenten gemeente Zaanstad 2024 staat in zijn geheel op de website.
3.1. Bent u bereid de website aan te vullen met informatie over en belangrijke adressen voor kwalitatieve en deskundige gedragscursussen en opvoeding?
3.2. Bent u bereid de website aan te vullen met (links naar) informatie over huisdieradoptie uit het asiel, verantwoorde fokkers, en informatie over wat er komt kijken bij het houden van dieren (licg.nl)?
3.3. Bent u bereid de website aan te vullen met een beknopte, in b1 geformuleerde samenvatting van de aanpak bijtincidenten, inclusief de kosten die een eigenaar moet maken voor een gedragscursus of -test indien een incident plaatsvindt?
3.4. Bent u voorts bereid via mediakanalen deze informatie met enige regelmaat onder de aandacht van inwoners te brengen?
4. Art 5.3: “Wanneer uit het uitgevoerde risico-assessment, als bedoeld in het tweede lid, blijkt dat de hond niet kan worden teruggeplaatst, dan wordt beoordeeld of de hond elders kan worden herplaatst of dat – mede in het belang van de hond – euthanasie de meest geschikte oplossing is.”
4.1. In welke omstandigheden is euthanasie volgens de burgemeester in het belang van de hond? Waarop is dat, of wordt dat in voorkomende gevallen, gebaseerd? Wie maakt wanneer en hoe die afweging?
4.2. Bij mensen is in Nederland euthanasie nooit een uitkomst van een risico-assessment. Kunt u uiteenzetten wat maakt dat u het ethisch acht dat dit bij honden wél een uitkomst kan zijn?
Stella Pieterson
Partij voor de Dieren
[1]
https://zaanstad.bestuurlijkeinformatie.nl/Reports/Item//16e37239-680f-407c-aad4-bb79c67fd1bb
[2]
https://open.overheid.nl/documenten/ronl-cf752d3d-728a-44d9-9115-3da550cd3729/pdf
[3]
Indiendatum:
11 sep. 2024
Antwoorddatum: 17 okt. 2024
Door S. Pieterson zijn mede namens de fractie van Partij van de Dieren vragen gesteld op grond van artikel 51 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Zaanstad, over Beleidsregels aanpak hondenbijtincidenten gemeente Zaanstad 2024.
De gestelde vragen beantwoorden wij als volgt:
1. In Artikel 1 worden onder meer ‘hinderlijke hond’ en ‘gevaarlijke hond’ gedefinieerd. Elders staat dat in aangewezen gevallen een gedragscursus voor de hond dringend geadviseerd kan worden. Daarmee zegt u dat honden kunnen leren en veranderen. Om die reden benoemen we bij mensen het gedrag en niet de persoon (bijv. een persoon met onbegrepen gedrag). Uit de onderzoeken die er zijn blijkt dat de houders van honden ‘de belangrijkste risicofactor’ vormen bij bijtincidenten. [1] Niet alleen de hond maar ook de omgeving en de houder spelen dus een rol bij bijtincidenten. Een eigenaar van de hond heeft de volle verantwoordelijkheid om de hond goed op te voeden en waar nodig bij zich te houden.
Vraag 1.1: Onderschrijft u dat woorden ertoe doen, en ook invloed kunnen hebben op de houding van en bejegening door anderen?
Ja, het is inderdaad essentieel om te erkennen dat niet alleen de hond, maar ook de eigenaar en de omgeving belangrijke factoren zijn bij het ontstaan van een hondenbijtincident. De definities van ‘hinderlijke hond’ en ‘gevaarlijke hond’ genoemd in artikel 1 van de beleidsregels zijn bedoeld om een duidelijk kader te creëren bij de beoordeling van incidenten. In de uitleg wordt daarom ook toegelicht dat het om de gedraging van de hond gaat.
Wij zijn van mening dat de verantwoordelijkheid van de eigenaar doorslaggevend is en dat een goede opvoeding van de hond van groot belang is om bijtincidenten te voorkomen. Daarom wordt in de beleidsregels nadrukkelijk geadviseerd om een gedragscursus te volgen.
Vraag 1.2: Bent u bereid ‘hinderlijke hond’ te wijzigen in ‘hond met hinderlijk gedrag’ en ‘gevaarlijke hond’ in ‘hond met gevaarlijk gedrag’?
Wij begrijpen het voorstel om de begrippen ‘hinderlijke hond’ en ‘gevaarlijke hond’ aan te passen naar ‘hond met hinderlijk gedrag’ en ‘hond met gevaarlijk gedrag’. De huidige definities zijn gebaseerd op artikel 2:59 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Uw voorstel voor de terminologische aanpassingen zullen we meenemen in de volgende wijzigingsronde van de APV, zodat er een benadering ontstaat die zowel juridisch passend is als een positieve houding ten aanzien van verantwoord hondenbezit stimuleert.
2. In artikel 3 (en 2) staat: ‘’In het voornemen bij een aanlijngebod en/of aanlijn- en muilkorfgebod adviseren wij de eigenaar of houder van de hond dringend om een gedragscursus te volgen. Deze gedragscursus kan helpen (agressief) gedrag van de hond om te buigen, zodat het risico op herhaling kan worden verkleind.’’ De uitkomst van de gedragstest kan voor een hond ingrijpend zijn, bijvoorbeeld als kansen gemist worden om het gedrag van de hond voldoende bij te sturen. In artikel 1 staat dat de cursus of test gevolgd moet worden bij een ‘gediplomeerde en geaccrediteerde gedragstherapeut […] aangesloten bij stichting Dierbaar https://huisdierenspecialist.n... of bij de www.nvgh.nl of bij de www.sppd.nl’. De ene therapeut of onderzoeker is de andere niet, blijkt ook uit een relevant recent artikel in Trouw. [2]
Vraag 2.1: Bent u met ons van mening dat een gedragstherapeut of -cursus met zo’n opgave niet alleen erkend maar ook hoogwaardig moet zijn en dat de kwaliteit mede wordt bepaald door nascholing en ervaring?
Ja, wij onderschrijven het belang van een erkend en hoogwaardig gedragstherapeut. Gedragstherapeut is echter geen wettelijk beschermd beroep. Dit betekent dat iedereen zich gedragstherapeut kan noemen, ook een hondentrainer. Gedragstherapie vergt echter veel meer opleiding en studie. Om toch enigszins sturend te zijn in de kwaliteit hebben wij ervoor gekozen het advies te volgen van de afdeling Hond & Maatschappij van de Universiteit Utrecht. Zij zijn immers onafhankelijk expert op dit gebied. Zij adviseren gemeenten om bij gedragsproblemen te verwijzen naar een lokale, gediplomeerde en geaccrediteerde gedragstherapeut voor een
individueel, therapeutisch (trainings)advies en verwijzen daarbij naar deze organisaties. Voor meer informatie verwijzen wij naar hun website: Hond & Maatschappij - Veterinaire Service en Samenwerking - Universiteit Utrecht (uu.nl)
Vraag 2.2: Bent u bereid om te onderzoeken of er meer eisen gesteld kunnen en moeten worden aan de aan te wijzen gedragstherapeuten voor deze doelen en de raad daarover te informeren?
Wij sluiten aan bij het antwoord op de vorige vraag; we volgen het advies van de experts op dit gebied. Om deze reden zijn wij daartoe niet bereid.
Vraag 2.3: Bent u bereid te onderzoeken of een opvoedcursus verplicht kan worden (in plaats van slechts dringend adviseren), in elk geval aan houders van honden met hinderlijk of gevaarlijk gedrag, en mogelijk aan iedereen die een hond heeft of wil ‘aanschaffen’ en de raad daarover te informeren?
Het verplicht stellen van een opvoedcursus voor hondeneigenaren speelt op landelijk niveau in het dossier over maatregelen tegen bijtincidenten. De minister heeft in zijn Kamerbrief van 18 december 2023 opdracht gegeven om uit te zoeken aan welke voorwaarden een dergelijke cursus zou moeten voldoen en of dit verplicht kan worden ingevoerd. [3]
Verder is bij het opstellen van de beleidsregels is onderzocht of het mogelijk is om gedragscursussen als verplichte maatregel op te nemen. Dit bleek echter niet mogelijk, omdat daarvoor de juridische grondslag ontbreekt in de APV. Op basis van het APV artikel kunnen twee maatregelen worden opgelegd: 1) een aanlijngebod en 2) een aanlijn- en muilkorfgebod.
Bij de eerstvolgende APV wijzing zullen we de mogelijkheid onderzoeken of de gedragscursus als verplichte maatregel kan worden toegevoegd. Indien dit mogelijk is, dan zal deze verplichting ook worden opgenomen in de beleidsregels.
3. Op de website van de gemeente is informatie te vinden voor mensen die last hebben van loslopende of bijtende honden. Er kunnen ook mensen zijn bij wie het goed opvoeden van de hond niet lukt. Ook zij zijn mogelijk op zoek naar informatie en hulp, om erger te voorkomen en tijdig bij te kunnen sturen. Ook zijn er nog steeds mensen die honden bij een fokker kopen, en fokken nog steeds niet alle fokkers verantwoord. Beleidsregels aanpak hondenbijtincidenten gemeente Zaanstad 2024 staat in zijn geheel op de website.
Vraag 3.1: Bent u bereid de website aan te vullen met informatie over en belangrijke adressen voor kwalitatieve en deskundige gedragscursussen en opvoeding?
Op onze website zullen wij een verwijzing opnemen naar de website van het LICG. Hierop is veel onafhankelijke informatie te vinden over gedragscursussen, verantwoorde fokkers, huisdieradoptie en alles wat komt kijken bij het verantwoord houden van dieren, waaronder honden.
Daarnaast hebben we onlangs in het Zaanstad Journaal een artikel gepubliceerd over het voorkomen van gevaarlijk gedrag door honden. In dit artikel is ook verwezen naar minderhondenbeten.nl. Deze website is onder beheer van het LICG, en kan onze inwoners ook helpen bij het verkrijgen van meer inzicht in dit onderwerp. In het kader van de communicatiecampagne, hebben we verder informatiefolders besteld bij het LICG over het verantwoord houden van honden. Deze folders zijn beschikbaar in de publiekshal en bieden nuttige informatie voor zowel huidige als toekomstige hondenbezitters. Daarnaast is het verzoek gedaan om contact op te nemen met basisscholen om in de aanloop naar dierendag aandacht te besteden aan dit onderwerp. Er is lesmateriaal opgestuurd dat verkrijgbaar is op de website van het LICG.
Vraag 3.2: Bent u bereid de website aan te vullen met (links naar) informatie over huisdieradoptie uit het asiel, verantwoorde fokkers, en informatie over wat er komt bij het houden van dieren (licg.nl)?
Graag verwijzen wij u naar het antwoord op vraag 3.1.
Vraag 3.3: Bent u bereid de website aan te vullen met een beknopte, in b1 geformuleerde samenvatting van de aanpak bijtincidenten, inclusief de kosten die een eigenaar moet maken voor een gedragscursus of -test indien een incident plaatsvindt?
Wij vinden het een goede suggestie om de beleidsregels toegankelijk te maken voor onze inwoners. Binnenkort zullen wij een samenvatting van de beleidsregels op onze website plaatsen.
Vraag 3.4: Bent u voorts bereid via mediakanalen deze informatie met enige regelmaat onder de aandacht van inwoners te brengen?
Ja, met de afdeling communicatie is eerder afgesproken om eens in het halfjaar aandacht te besteden aan dit onderwerp.
4. Art. 5.3: ’’Wanneer uit het uitgevoerde risico-assessment, als bedoeld in het tweede lid, blijkt dat de hond niet kan worden teruggeplaatst, dan wordt beoordeeld of de hond elders kan worden herplaatst of dat – mede in het belang van de hond – euthanasie de meest geschikte oplossing is.’’
Vraag 4.1: In welke omstandigheden is euthanasie volgens de burgemeester in het belang van de hond? Waarop is dat, of wordt dat in voorkomende gevallen, gebaseerd? Wie maakt wanneer en hoe die afweging?
Euthanasie kan in het belang van de hond worden overwogen wanneer uit de risicoanalyse naar voren komt dat de hond niet kan worden teruggeplaatst in de oorspronkelijke omgeving en herplaatsing elders ook niet mogelijk of verantwoord is. Dit is bijvoorbeeld het geval als het gaat om honden met ernstige gedragsproblemen die niet heropgevoed kunnen worden, of wanneer een hond een gevaar vormt voor de veiligheid van mensen en/of andere dieren.
De afweging om tot euthanasie over te gaan wordt gemaakt door deskundige gedragstherapeuten en dierenartsen, die de specifieke situatie van de hond en zijn gedrag hebben onderzocht. Dit multidisciplinaire onderzoek en het advies erover heeft Zaanstad uitbesteed aan de Hondencampus die absoluut het welzijn van de hond hoog in het vaandel heeft staan. De Hondencampus is ook de partij die door de minister wordt geraadpleegd als landelijk expertisecentrum op het gebied van honden. Ik verwijs daarvoor o.a. naar de Kamerbrief van de minister van 24 juni 2024; de Verzamelbrief Dierenwelzijn. [4]
Er wordt zorgvuldig gekeken naar de mogelijkheden voor herplaatsing en het welzijn van de hond. Dit is ook een van de voorwaarden die gesteld wordt in de beleidsregels. In de afweging wordt niet alleen gekeken naar de veiligheid van mens en dier, maar ook naar de kwaliteit van het leven van de hond. Als dit betekent dat de hond in een zeer afgeschermde omgeving de rest van zijn leven
moet ‘uitzitten’, is dat absoluut niet in het belang van de hond. Een hond is een sociaal dier en dat contact wordt hem dan de rest van zijn leven onthouden.
Vraag 4.2: Bij mensen is in Nederland euthanasie nooit een uitkomst van een risico-assessment. Kunt u uiteenzetten wat maakt dat u het ethisch acht dat dit bij honden wél een uitkomst kan zijn?
In Nederland is euthanasie bij mensen gebonden aan strenge regels, waarbij de keuze van de persoon in kwestie voorop staat. Bij honden ligt dat anders. De beslissing voor euthanasie is
vooral gericht op het welzijn van de hond en de veiligheid van anderen.
Als een hond gedragsproblemen heeft die zijn leven negatief beïnvloeden of een risico vormen voor de omgeving, wordt euthanasie pas overwogen als andere opties, zoals herplaatsing of gedragstherapie, niet mogelijk of verantwoord zijn. Als de hond de rest van zijn leven in een solitaire huisvesting moet blijven, is dat niet in het belang van de hond en is euthanasie een diervriendelijke oplossing. Daar ligt wel degelijk een ethische afweging aan ten grondslag.
De reden dat Zaanstad kiest voor een partij als de Hondencampus is mede gelegen in het feit dat het welzijn van de hond daarbij is gebaat. Alle expertise zit daar onder één dak. Honden hoeven niet meer van opslag- naar onderzoekslocatie verhuisd te worden en ook de eigenaar van de hond is daar welkom.
In het vertrouwen u voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Zaanstad,
Drs. J. Hamming, burgemeester
Drs. G. Blom, gemeentesecretaris
1. https://open.overheid.nl/documenten/ronl-cf752d3d-728a-44d9-9115-3da550cd3729/pdf
2 https://www.trouw.nl/binnenland/herder-kaj-beet-een-buurhondje-dood-moet-hij-nu-worden-geeuthanaseerd~b9ee1d74/
3 Kamerbrief over maatregelen tegen bijtincidenten door honden | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen over het verboden landbouwgif dinoterb in de Zaan
Lees verder