Bomen: een lust of een last?


Tech­nische vragen | Dossier kapver­gunning Leegh­wa­terweg

Indiendatum: 20 aug. 2020

Technische vragen omgevingsvergunning 00886 Leeghwaterweg N515

De provincie Noord-Holland heeft op 18 juni de omgevingsvergunning aangevraagd om ca. 40 grote Canadese populieren te kappen vanwege vermeende verminderde vitaliteit. De gemeente heeft op 9 juli de vergunning verleend. (Bron: David Sluis voor De Orkaan)

https://buitengewoon.zaanstad.nl/system/attachments/files/000/009/003/original/Omgevingsvergunning_00886___Kaptekening_Zaanstad.pdf

  1. Heeft de provincie Noord-Holland opdracht gegeven aan VolkerInfra PNH Zaanstreek-Waterland om de bomen langs de N515 te onderzoeken of heeft de gemeente de opdracht gegeven?
  2. In de bijlage van de omgevingsvergunning onder de overwegingen staat: Deze bomen zijn geïnventariseerd in opdracht van VolkerInfra. Hoe valt dat te rijmen met de aanvrager van de omgevingsvergunning KWS? Wie is nu precies de opdrachtgever?
  3. Is het volledige rapport van VolkerInfra met alle bevindingen van het VisualTree Assesment (VTA) over de bomen beschikbaar en zo ja, kan de raad dit rapport ontvangen?
  4. Heeft een eigen boomdeskundige van de gemeente de bomen ook onderzocht of is de vergunning uitsluitend verleend op basis van de bevindingen uit het rapport van VolkerInfra?
  5. Als een gemeentelijke boomdeskundige de bomen onderzocht heeft, kunnen we dan de bevindingen ontvangen?
  6. In het rapport van VolkerInfra staat dat alle te kappen bomen tegenover de Zaanse Schans, een diameter van 80 cm hebben, terwijl bij nameten door ecoloog David Sluis blijkt dat de diameter ca 60 en zelfs ca 40 cm betreft. Dit is gemeten op 130 cm hoogte zoals standaard. Hoe kan het dat de werkelijke stamdiktes in diameter zo sterk afwijken?
  7. Heeft VolkerInfra de bomen daadwerkelijk ter plekke onderzocht of is het mogelijk dat het onderzoek vanachter een bureau is gedaan, dus virtueel?
  8. Het rapport van VolkerInfra dateert van 8 januari 2019. Echter, door onafhankelijk boomdeskundige, Fred Roovers, zijn de te kappen bomen vorige week onderzocht. Zijn conclusie is dat de bomen weliswaar niet de schoonheidsprijs verdienen, maar ze kunnen, op 1 boom na, nog jaren mee. Ze staan vol in blad en er is niets gevonden dat aanleiding geeft om ze te kappen. Dit is geheel in tegenspraak met de conclusie van het rapport van VolkerInfra uit 2019. Is bekend wat dan de precieze aanleiding en noodzaak is dat de bomen nog dit jaar gekapt moeten worden?
  9. De overige bomen aan de Leeghwaterweg zien er nagenoeg identiek uit als de te kappen bomen. Wat heeft de doorslag gegeven dat de bomen tegenover de Zaanse Schans gekapt moeten worden en de andere bomen kunnen blijven staan? Wat zijn de verschillen tussen de te kappen bomen en de overige bomen?
  10. Hoe kan het dat een rij bomen van een lengte van ruim 400 meter allemaal verminderd vitaal zijn volgens het VTA terwijl de overige individuele bomen aan de weg allemaal losse exemplaren zijn. Is dit verklaarbaar?
  11. Waarom kunnen de bomen niet gerevitaliseerd worden?
  12. Hoe kan een boom die minder vitaal is geoormerkt zijn als risicoboom die gekapt moet worden. In het VTA staat dat daar eerst nader onderzoek naar gedaan moet worden. Is dat hier uitgevoerd?
  13. Zo ja, kunnen we dat onderzoek ontvangen?
  14. Zo nee, waarom is dat onderzoek niet gedaan?
  15. Welke omgevingsvergunningen zijn op de plek van de te kappen bomen aangevraagd en/of verleend? Graag een volledig overzicht.

Namens de fractie van de Partij voor de Dieren Zaanstad,

Judit Raa

Indiendatum: 20 aug. 2020
Antwoorddatum: 2 sep. 2020

Beantwoording 18 augustus 2020 (daarna: beantwoording vragen 20 augustus)

Op 18 augustus heeft u technische vragen gesteld naar aanleiding van de kapvergunning die gepubliceerd is voor de kap van bomen aan de Leeghwaterweg N515. Hierbij de beantwoording van deze technische vragen

Vraag 1: Voorafgaand aan significante ingrepen nabij een Natura 2000 gebied is het gebruikelijk dat eerst onderzoek gedaan wordt naar de gevolgen voor aanwezige soorten planten en dieren. Is er conform de natuurbeschermingswet onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van vleermuizen en/of andere diersoorten die gebruik maken van de bomen als verblijfplaats of om te foerageren?
Antwoord: Het is gebruikelijk dat onderzoek gedaan wordt naar de gevolgen voor aanwezige planten en dieren. De Provincie moet zorgen dat dit onderzoek wordt uitgevoerd.

Vraag 2: Zo ja, kan dat onderzoek met de gemeenteraad gedeeld worden?
Antwoord: Wanneer we dit onderzoek ontvangen kunnen we dat delen met de gemeenteraad.

Vraag 3: Is er onderzoek gedaan of vleermuizen de bomenrij gebruiken als verbindingsvliegroute naar en van hun foerageergebied/verblijfplaats?
Antwoord: Dit is onderdeel van het onderzoek dat de Provincie moet uitvoeren. Zie vraag 1.

Vraag 4: Is er onderzoek gedaan of de te kappen bomenrij functies vervult als verblijfplaats of foerageergebied?
Antwoord: Ook dit is onderdeel van het onderzoek dat de Provincie moet uitvoeren. Zie vraag 1.

Vraag 5: Is bekend of er andere functies zijn die de bomen vervullen ten aanzien van overige fauna?
Antwoord: Ook dit is onderdeel van het onderzoek dat de Provincie moet uitvoeren. Zie vraag 1.

Vraag 6: Staat het onomstotelijk vast dat er geen negatieve effecten zijn voor de natuur in het aanliggende Natura 2000 gebied Kalverpolder en waar blijkt dat uit?
Antwoord: Dit moet blijken uit het onderzoek dat de Provincie moet uitvoeren. Zie vraag 1.

Vraag 7: Welke instantie is verantwoordelijk voor het doen van onderzoek naar de externe werking op de Kalverpolder bij werkzaamheden?
Antwoord: Volgens de Natuurwet is de Provincie als eigenaar en aanvrager, de partij die verantwoordelijk is voor het doen van onderzoek.

Vraag 8: De bomen zouden een verminderde vitaliteit hebben, wat wordt daarmee precies bedoeld? Waarom / voor wie is dat een probleem? Hoe weegt dat op tegen de problemen die het kappen oplevert (hitte, water, droogte, biodiversiteit, beschutting tegen zon en wind voor fietsers)? Kunnen ze elk moment omvallen of kunnen ze ook nog jaren blijven staan?
Antwoord: Verminderde vitaliteit betekent dat de boom geen groeikracht meer heeft en dat er takken kunnen uitwaaien. Dit kan leiden tot verkeersonveilige situaties. In deze situatie weegt mee dat de bomen staan langs een belangrijke verkeersweg. De verkeersveiligheid weegt in deze situatie zwaar. De Provincie geeft aan dat er sprake is van verminderde vitaliteit. Dit wil niet zeggen dat er een verhoogd risico is op het omvallen van de boom.

Vraag 9: Als deze bomen een dermate gevaar op zouden leveren, geldt dan ook voor de overige bomen langs de Leeghwaterweg en is het bekend of deze in de nabije toekomst ook gekapt moeten worden?
Antwoord: De overige bomen zijn door de Provincie beoordeeld en worden op dit moment door de Provincie niet als een risicobomen aangemerkt.

Vraag 10: Waaruit blijkt dat de bomen een gevaar zouden kunnen opleveren?
Antwoord: Dit blijkt uit de VTA die door de Provincie is uitgevoerd.

Vraag 11: Waar moeten bomen aan voldoen om natuurwaarde toegekend te krijgen?
Antwoord: Ieder boom heeft natuurwaarde. Bijzondere natuurwaarde in de zin van de APV houdt in dat er bijzondere soorten in verblijven zoals vogels en insecten.

Beantwoording 20 augustus 2020

Op 20 augustus heeft u aanvullende vragen gesteld naar aanleiding van de kapvergunning voor de bomen aan de Leeghwaterweg N515. Deze vragen beantwoorden wij u als volgt.

Vraag1: Heeft de provincie Noord-Holland opdracht gegeven aan VolkerInfra PNH Zaanstreek-Waterland om de bomen langs de N515 te onderzoeken of heeft de gemeente de opdracht gegeven?
Antwoord: De provincie is eigenaar van de bomen en heeft het beheer van de bomen uitbesteed aan KWS. KWS heeft namens de provincie Noord-Holland een veiligheidsonderzoek laten doen door VolkerInfra.

Vraag 2: In de bijlage van de omgevingsvergunning onder de overwegingen staat: Deze bomen zijn geïnventariseerd in opdracht van VolkerInfra. Hoe valt dat te rijmen met de aanvrager van de omgevingsvergunning KWS? Wie is nu precies de opdrachtgever?
Antwoord: KWS heeft opdracht gegeven aan VolkerInfra tot inspectie van de bomen. KWS is de partij die namens de Provincie de vergunning heeft aangevraagd.

Vraag 3: Is het volledige rapport van VolkerInfra met alle bevindingen van het VisualTree Assesment (VTA) over de bomen beschikbaar en zo ja, kan de raad dit rapport ontvangen?
Antwoord: De stukken bij de kapaanvraag zijn openbaar en voor de raad beschikbaar. Daarin zitten de gegevens van een VTA, wat bestaat uit een set locatietekeningen met daarbij per boom gespecificeerd de reden voor de aanvraag.

Vraag 4: Heeft een eigen boomdeskundige van de gemeente de bomen ook onderzocht of is de vergunning uitsluitend verleend op basis van de bevindingen uit het rapport van VolkerInfra?
Antwoord: De bomen zijn door de eigen boomdeskundige op locatie beoordeeld. Ook heeft overleg met KWS over de vergunningaanvraag plaatsgevonden.

Vraag 5: Als een gemeentelijke boomdeskundige de bomen onderzocht heeft, kunnen we dan de bevindingen ontvangen?
Antwoord: De eigen boomdeskundige heeft een visuele inspectie gedaan en heeft daarvan geen schriftelijk verslag gemaakt.

Vraag 6: In het rapport van VolkerInfra staat dat alle te kappen bomen tegenover de Zaanse Schans, een diameter van 80 cm hebben, terwijl bij nameten door ecoloog David Sluis blijkt dat de diameter ca 60 en zelfs ca 40 cm betreft. Dit is gemeten op 130 cm hoogte zoals standaard. Hoe kan het dat de werkelijke stamdiktes in diameter zo sterk afwijken?
Antwoord: Dit is een onvolkomenheid in het rapport. Voor de aanvraag is in dit geval de stamdiameter niet relevant.

Vraag 7: Heeft VolkerInfra de bomen daadwerkelijk ter plekke onderzocht of is het mogelijk dat het onderzoek vanachter een bureau is gedaan, dus virtueel?
Antwoord: Dat is bij de gemeente niet bekend. Wij hebben niet de indruk dat dit door VolkerInfra vanachter het bureau is geïnventariseerd, omdat er per boom een beoordeling is gemaakt.

Vraag 8: Het rapport van VolkerInfra dateert van 8 januari 2019. Echter, door onafhankelijk boomdeskundige, Fred Roovers, zijn de te kappen bomen vorige week onderzocht. Zijn conclusie is dat de bomen weliswaar niet de schoonheidsprijs verdienen, maar ze kunnen, op 1 boom na, nog jaren mee. Ze staan vol in blad en er is niets gevonden dat aanleiding geeft om ze te kappen. Dit is geheel in tegenspraak tot met de conclusie van het rapport van VolkerInfra uit 2019. Is bekend wat dan de precieze aanleiding en noodzaak is dat de bomen nog dit jaar gekapt moeten worden?
Antwoord: Uit de aangeleverde informatie blijkt dat de bomen een verminderde vitaliteit hebben.
Verminderde vitaliteit betekent dat de boom geen groeikracht meer heeft en dat er takken kunnen uitwaaien. Dit kan leiden tot verkeersonveilige situaties. In deze situatie weegt mee dat de bomen staan langs een belangrijke verkeersweg. De verkeersveiligheid weegt in deze situatie zwaar.

Vraag 9: De overige bomen aan de Leeghwaterweg zien er nagenoeg identiek uit als de te kappen bomen. Wat heeft de doorslag gegeven dat de bomen tegenover de Zaanse Schans gekapt moeten worden en de andere bomen kunnen blijven staan? Wat zijn de verschillen tussen de te kappen bomen en de overige bomen?
Antwoord: Dat weet de gemeente niet. Wij hebben alleen gekeken naar de bomen waarvoor een kapvergunning is aangevraagd door KWS. Wij kennen de overwegingen van KWS niet om geen kapvergunning aan te vragen voor de overige bomen.

Vraag 10: Hoe kan het dat een rij bomen van een lengte van ruim 400 meter allemaal verminderd vitaal zijn volgens het VTA terwijl de overige individuele bomen aan de weg allemaal losse exemplaren zijn. Is dit verklaarbaar?
Antwoord: Wij hebben geen onderzoek gedaan waarom de bomen in de laan een verminderde vitaliteit hebben ten opzichte van de individuele bomen. In zijn algemeenheid zien we bij gelijksoortige standplaatsen, dat vrijstaande bomen gezonder zijn dan bomen in een laan of in een bosachtige beplanting.

Vraag 11: Waarom kunnen de bomen niet gerevitaliseerd worden?
Antwoord: Bij populieren is revitalisatie niet haalbaar. Wanneer populieren oud worden en de vitaliteit vermindert, is er in toenemende mate sprake van takbreuk. Wel is het mogelijk door snoei de veiligheidsrisico’s weg te nemen. Maar dat houdt wel in dat de veiligheidsrisico’s ook weer terugkomen als de bomen ouder worden.

Vraag 12: Hoe kan een boom die minder vitaal is geoormerkt zijn als risicoboom die gekapt moet worden. In het VTA staat dat daar eerst nader onderzoek naar gedaan moet worden. Is dat hier uitgevoerd?
Antwoord: Zoals toegelicht bij het antwoord op vraag 8 betekent verminderde vitaliteit dat de boom geen groeikracht meer heeft en dat er takken kunnen uitwaaien. Dit kan leiden tot verkeersonveilige situaties. In deze situatie weegt mee dat de bomen staan langs een belangrijke verkeersweg. De verkeersveiligheid weegt in deze situatie zwaar. Vandaar dat in dit geval de minder vitale bomen zijn geoormerkt als risicoboom.
Wij herkennen niet dat in het VTA staat dat daar eerst nader onderzoek naar gedaan moet worden.

Vraag 13: Zo ja, kunnen we dat onderzoek ontvangen?
Antwoord: De stukken bij de kapaanvraag zijn openbaar en voor de raad beschikbaar. Daarin zitten de gegevens van een VTA , wat bestaat uit een set locatietekeningen met daarbij per boom gespecificeerd de reden voor de aanvraag.

Vraag 14: Zo nee, waarom is dat onderzoek niet gedaan?
Antwoord: Zoals bij vraag 12 is aangegeven herkennen we niet dat in de VTA staat dat er eerst nader onderzoek gedaan moet worden.

Vraag 15: Welke omgevingsvergunningen zijn op de plek van de te kappen bomen aangevraagd en/of verleend? Graag een volledig overzicht.
Antwoord: Zover we hebben kunnen nagaan zijn voor deze locatie geen andere omgevingsvergunningen aangevraagd.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Bomenkap Leeghwaterweg

Lees verder

Nieuwe vragen over de rol van de gemeenteraad

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer