Schrif­te­lijke vragen inzake vondst kadavers van dode biggen in Stoo­terplas


Dier­proeven in het recre­a­tie­schap?!

Indiendatum: nov. 2019

Geacht college,

Op 25 oktober 2019 publiceerde Emile Beuker in zijn vlog “Finding Stuff” een flimpje waarin hij onthulde dat er proeven met dode varkens worden uitgevoerd in de Stooterplas in het Twiske. Naar aanleiding van deze publicatie hebben wij reeds actualiteitsvragen gesteld. Wethouder Munnikendam gaf daar aan dat de gemeente op de hoogte is gesteld van de proeven door beheerder Twiske-Waterland naar aanleiding van de commotie en dat er geen consequenties zijn met betrekking tot de waterkwaliteit. Hierbij zijn echter nog een aantal aspecten onbelicht gebleven.

Wij willen u in het kader van artikel 51 van het reglement van orde de volgende schriftelijke vragen voorleggen:

1. De Wet op Dierproeven stelt dat een dierproef als volgt wordt gedefinieerd: elk al dan niet invasief gebruik van een dier voor experimentele of andere wetenschappelijke doeleinden, waarvan het resultaat bekend of onbekend is, of onderwijskundige doeleinden, die bij het dier evenveel of meer pijn, lijden, angst of blijvende schade kan veroorzaken als, dan wel dan het inbrengen van een naald volgens goed diergeneeskundig vakmanschap. (art. 1 lid 1 sub a Wod)

Verder stelt de wet dat deze van toepassing is op dieren die:

worden gebruikt voor wetenschappelijke of onderwijskundige doeleinden (art.1b lid 1 sub a Wod)


Deze artikelen zijn mogelijk relevant omdat het noch uit de media, noch uit de beantwoording van de actualiteitsvragen duidelijk is geworden of de betreffende varkens al dan niet zijn gedood ten behoeve van de uitvoering van de proef. Ook is de oorsprong van de varkens – landbouwdieren dan wel dieren afkomstig uit een laboratorium - niet bekend geworden. Heeft het college zich ervan vergewist of er bij dit experiment door de onderzoekers van de Universiteit van Maastricht voldaan is aan de wettelijke bepalingen omtrent dierproeven? Zo ja, kan het college dan ingaan op de vraag of aan deze wettelijke vereisten is voldaan? Zo nee, gaat het college hier op korte termijn alsnog navraag naar doen?

2. Wat vindt het college van het gebruik van proefdieren? Kan het college op basis van de aangenomen Nota Dierenwelzijn proefdiergebruik op het eigen grondgebied dan wel binnen gemeenschappelijke regelingen gedogen? Indien ja, wil het college dit dan inderdaad gedogen?

3. Welke afwegingen zijn er gemaakt om dergelijke proeven midden in een recreatiegebied - waar onder meer ook gezwommen en gedoken wordt – al dan niet toe te staan?

4. Zijn er eisen gesteld vanuit de beheerder Twiske-Waterland om de proefdieren uit het oog van het publiek te houden?

5. Zijn ondernemers in het gebied en omwonenden geïnformeerd over de proef?

6. Wil het college een onderzoeksduur van 4 jaar gedogen op een locatie die vlak naast een zwemstrand ligt en daarmee de recreatiefunctie van het strand in de zomermaanden onder druk zetten?

Namens de fractie Partij voor de Dieren Zaanstad,

Melchior Mattens

Interessant voor jou

Actualiteitsvragen vondst lichamen van dode biggen in Twiskemeer

Lees verder

Schriftelijke vragen inzake bespreking Eiwittransitie bij klimaattafels

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer