Schrif­te­lijke vragen inzake bespreking Eiwit­tran­sitie bij klimaat­tafels


Indiendatum: dec. 2019

Geacht college,

Momenteel worden bij de Zaanse klimaattafels verschillende onderwerpen besproken die moeten bijdragen aan het klimaatneutraal maken van Zaanstad. De hoofdthema’s die daar worden besproken (waar aparte tafels voor zijn ingericht) betreffen Wonen, Bedrijven, Mobiliteit, Industrie, Gemeente en Maatschappelijke organisaties. Opvallend is dat er geen tafel voor verduurzaming van de Zaanse landbouw en het consumeren van minder dierlijke producten is ingericht. Dit vanwege het grote gewicht dat de landbouw – en in het bijzonder de veeteelt – in de totale uitstoot heeft. Zoals te zien in de eerste bijlage is de landbouw de enige sector die er sinds 2004 niet in is geslaagd de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen (en zelfs groeit op jaarbasis). Daarnaast is de landbouw in Nederland voor ruim 14% van de totale uitstoot verantwoordelijk. In Zaanstad bedraagt dit volgens de klimaatmonitor ongeveer 5% van de totale broeikasgassen uitstoot. Ook uit een speciaal rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) over klimaatverandering en landgebruik bleek onlangs dat het noodzakelijk is om de consumptie van vlees en andere dierlijke producten te verminderen om klimaatverandering tegen te gaan.

Wij willen u in het kader van artikel 51 van het reglement van orde de volgende schriftelijke vragen voorleggen:

  1. Is het college op de hoogte van de inhoud van dit rapport van het IPCC?
  2. Erkent het college dat het advies om meer plantaardig te gaan eten nergens in het beleid – in tegenstelling tot het coalitieakkoord - terugkomt?
  3. Waarom is er besloten om een sector (de landbouw) die zowel in Zaanstad als daarbuiten verantwoordelijk is voor een groot deel van de broeikasgasuitstoot niet mee te nemen in aparte tafel?
  4. Is het college het met ons eens dat Zaanstad alleen klimaatneutraal kan worden als zowel de uitstoot vanuit de Zaanse landbouw als de uitstoot vanuit landbouw elders voor Zaanse consumptie verminderd worden?
  5. Ziet het college het niet als een gemiste kans dat er geen tafel is voor de landbouw om de Zaanse inwoners en bedrijven te betrekken bij een transitie naar een duurzamere landbouw en een duurzamer voedingspatroon (lees: plantaardig)?
  6. Als het college geen burgerparticipatie nodig acht met betrekking tot de transitie naar een duurzamere landbouw en voedselconsumptie, komt het college dan met dwingend beleid om plantaardig voedsel te stimuleren? Zo nee, waarom niet?
  7. Is het college van plan om de eiwittransitie alsnog een belangrijke plek te geven bij de klimaattafels en in het daaruit volgende klimaatakkoord? Zo nee, waarom niet?
  8. Indien nee: kan het college ons voorrekenen hoe de klimaatdoelen dan wél gehaald gaan worden zonder de door het IPCC noodzakelijk geachte eiwittransitie?
  9. Op de website van de klimaattafels (nieuwzaansklimaat.zaanstad.nl) valt te lezen dat “Zaanstad in 2040 klimaatneutraal wil zijn”. Dient dit te worden geïnterpreteerd dat de inzet van de gemeente bij de klimaattafels is om in 2040 klimaatneutraal te zijn en niet eerder (in het coalitieakkoord wordt gesproken over een tijdstip tússen 2030 en 2040)?

Namens de fractie Partij voor de Dieren Zaanstad,

Melchior Mattens

Indiendatum: dec. 2019
Antwoorddatum: 16 jan. 2020

Geachte leden van de gemeenteraad,

Door de heer M. Mattens zijn namens de fractie Partij voor de Dieren Zaanstad vragen gesteld op grond van artikel 51 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Zaanstad, inzake bespreking Eiwittransitie bij klimaattafels.

Ter inleiding geeft de heer Mattens aan:

Momenteel worden bij de Zaanse klimaattafels verschillende onderwerpen besproken die moeten bijdragen aan het klimaatneutraal maken van Zaanstad. De hoofdthema’s die daar worden besproken (waar aparte tafels voor zijn ingericht) betreffen Wonen, Bedrijven, Mobiliteit, Industrie, Gemeente en Maatschappelijke organisaties. Opvallend is dat er geen tafel voor verduurzaming van de Zaanse landbouw en het consumeren van minder dierlijke producten is ingericht. Dit vanwege het grote gewicht dat de landbouw – en in het bijzonder de veeteelt – in de totale uitstoot heeft. Zoals te zien in de eerste bijlage is de landbouw de enige sector die er sinds 2004 niet in is geslaagd de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen (en zelfs groeit op jaarbasis). Daarnaast is de landbouw in Nederland voor ruim 14% van de totale uitstoot verantwoordelijk. In Zaanstad bedraagt dit volgens de klimaatmonitor ongeveer 5% van de totale broeikasgassen uitstoot. Ook uit een speciaal rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) over klimaatverandering en landgebruik bleek onlangs dat het noodzakelijk is om de consumptie van vlees en andere dierlijke producten te verminderen om klimaatverandering tegen te gaan.

De gestelde vragen beantwoorden wij als volgt:

Vraag 1: Is het college op de hoogte van de inhoud van dit rapport van het IPCC?

Het college gaat er vanuit dat hiermee wordt gedoeld op het IPCC rapport ‘Climate Change and Land’ (aug 2019). Het college is van dit rapport op de hoogte.

Vraag 2: Erkent het college dat het advies om meer plantaardig te gaan eten nergens in het beleid – in tegenstelling tot het coalitieakkoord - terugkomt?
Ja; er is op dit moment geen beleid op meer plantaardig eten in Zaanstad. Wel is de gemeente in MRA verband gestart met samenwerking op circulair- en klimaatneutraal inkopen van o.a. catering.

Overigens is het college van mening dat het advies om meer plantaardig te gaan eten niet in het coalitieakkoord terugkomt. Vanzelfsprekend gaat het college graag het gesprek aan met de raad om te komen tot een gedeelde interpretatie van de afspraken in het coalitieakkoord.

Vraag 3: Waarom is er besloten om een sector (de landbouw) die zowel in Zaanstad als daarbuiten verantwoordelijk is voor een groot deel van de broeikasgasuitstoot niet mee te nemen in aparte tafel?

Er is geen aparte klimaattafel van de landbouw gemaakt omdat;

  1. De CO2 uitstoot van de landbouw sector in Zaanstad relatief beperkt is ten opzichte van andere sectoren (zie tabel).
  2. De tafels zijn ingericht op doelgroepen en de boeren als ondernemers kunnen aansluiten bij de klimaattafel bedrijven.
  3. Er een apart traject is waar wordt gekeken naar mogelijke verbrakking en vernatting van het veenweidegebied (deels landbouwgrond). Dit vindt plaats in nauwe samenwerking met de provincie. De provincie begint in januari 2020 met een gebiedsgerichte aanpak in het kader van de stikstofdepositie. Daarin liggen kansen om te nemen maatregelen en ontwikkelingen m.b.t. bodemdaling, verbrakking en de eiwittransitie aan elkaar te koppelen. De opzet van zowel de provincie als de gemeente Zaanstad is om zoveel mogelijk deze zogenaamde “meekoppelkansen” te benutten.

    Ook is er het Innovatieprogramma Veen waar gekeken wordt hoe de bodemdaling in het veenweidegebied tegen te gaan (o.a. omdat bodemdaling bijdraagt aan de uitstoot van CO₂).

Figuur: Vergelijking CO2 uitstoot per sector

Partij voor de Dieren Zaanstad geeft aan dat landbouw in Zaanstad volgens de klimaatmonitor verantwoordelijk is voor ongeveer 5% van de totale broeikasgassen uitstoot. Het is het college niet bekend op welke berekening deze 5% is gebaseerd.

In 2017 was de totaal bekende CO2 uitstoot van Zaanstad 861.300 ton.
De uitstoot van landbouw, bosbouw en visserij in Zaanstad was 9.022 ton. Dit is minder dan 1,05 % van de totaal bekende CO2 uitstoot van Zaanstad.

Tot en met 2016 geeft de Klimaatmonitor ook de CO2 equivalenten aan (met modelmatige berekeningen). Voor 2017-2019 zijn nog geen data voor CO2 equivalenten beschikbaar.

In 2016 was de totaal bekende CO2 uitstoot van Zaanstad 895.000 ton.
De uitstoot van landbouw, bosbouw en visserij in Zaanstad was toen 7.669 ton.
Dit was 0,86% van de totaal bekende CO2 uitstoot van Zaanstad.
Met de uitstoot van overige broeikasgassen (CO2-equivalenten) komt de totale uitstoot in dat jaar op 3,21%.

Vraag 4: Is het college het met ons eens dat Zaanstad alleen klimaatneutraal kan worden als zowel de uitstoot vanuit de Zaanse landbouw als de uitstoot vanuit landbouw elders voor Zaanse consumptie verminderd worden?
Het college erkent dat beiden een belangrijke rol spelen in het klimaatneutraal worden van de stad. In het college is vastgesteld dat het document Zaanstad CO2 neutraal Proces van Aanpak 2019 – 2022 als vertrekpunt wordt gebruikt voor het laden van het Zaans Klimaatakkoord (2018/22653). Daarin wordt het belang hiervan ook erkend, maar wordt een voorstel gedaan om in te zetten op die vormen van uitstoot waar we als gemeente direct invloed op kunnen uitoefenen: de energietransitie van fossiele naar duurzaam energiegebruik- en duurzame schone opwekking van energie.

Tegelijkertijd zijn de klimaattafels een co-creatie met de stad en is de eiwittransitie in principe bespreekbaar op alle klimaattafels. Zowel gemeenten, bedrijven, industrie als maatschappelijke organisaties ondernemen in toenemende mate concrete initiatieven die zich hier op richten en daarmee bijdragen aan een circulaire stad (vleesvrije dagen, circulaire catering etc).

Ook in de organisatie van de klimaattafels wordt hier vorm aan gegeven. Zo hebben de klimaattafelbijeenkomsten een vegetarische en deels circulaire catering. En in de communicatie van het Nieuw Zaans Klimaat (social media en nieuwsbrief) kan dit thema ook onder de aandacht worden gebracht.

Vraag 5: Ziet het college het niet als een gemiste kans dat er geen tafel is voor de landbouw om de Zaanse inwoners en bedrijven te betrekken bij een transitie naar een duurzamere landbouw en een duurzamer voedingspatroon (lees: plantaardig)?
Het college ziet meer impact door dit niet als aparte tafel te bespreken maar door dit een bespreekbaar thema te laten zijn op alle tafels, dit mee te nemen in de organisatie van de bijeenkomsten en dit ook onder de aandacht te brengen in onze communicatie. Indien er door deelnemers initiatieven voor worden aangedragen nemen we die natuurlijk mee.

Vraag 6: Als het college geen burgerparticipatie nodig acht met betrekking tot de transitie naar een duurzamere landbouw en voedselconsumptie, komt het college dan met dwingend beleid om plantaardig voedsel te stimuleren? Zo nee, waarom niet?
Zie het antwoord op vragen 4 en 5. Er vindt burgerparticipatie plaats m.b.t. voedselconsumptie.

En er is een apart traject voor de CO2 uitstoot van het veenweidegebied. De provincie begint in januari 2020 met een gebiedsgerichte aanpak in het kader van de stikstofdepositie. Waarschijnlijk zal ook bij dat traject burgerparticipatie plaatsvinden.

In het vertrekpunt van de klimaattafels staat: “De grootste slag die we als samenleving kunnen maken is om in te zetten op het stoppen van vlees eten, geen gebruik meer maken van het vliegtuig en minder consumentenartikelen vanaf de andere kant van de wereld hier naartoe halen. Op deze thema’s hebben we als gemeente echter weinig of geen invloed, ook omdat het (inter)nationale bewegingen betreft.” We kunnen op deze thema’s als gemeente geen dwingend beleid voeren. Het is een vrije keuze van mensen om vlees te eten. Door het een thema te maken op alle tafels en in onze communicatie worden wel steeds meer Zaankanters geïnspireerd en gestimuleerd om hier iets aan te doen.

Vraag 7: Is het college van plan om de eiwittransitie alsnog een belangrijke plek te geven bij de klimaattafels en in het daaruit volgende klimaatakkoord? Zo nee, waarom niet?
Het onderwerp kan worden ingebracht op alle klimaattafels. Net als andere onderwerpen die nu niet specifiek op de agenda staan als consuminderen of minder vliegen. Daar waar concrete klimaatafspraken worden voorgesteld, kunnen deze op impact worden doorgerekend. De eiwittransitie heeft dus als zodanig een plek bij de klimaattafels, ondanks dat de uitstoot als gevolg van Zaanse consumptie onbekend is en geen onderdeel vormt van de totaal bekende CO2 uitstoot van Zaanstad (Klimaatmonitor).

Vraag 8: Indien nee: kan het college ons voorrekenen hoe de klimaatdoelen dan wél gehaald gaan worden zonder de door het IPCC noodzakelijk geachte eiwittransitie?
De door het IPCC noodzakelijk geachte eiwittransitie moet zich vertalen in lokale doelen. Voor Zaanstad is de impact van de landbouw op de lokale CO2 uitstoot minder dan 1%. Het consumeren van dierlijke producten is benoemd als een individuele keuze dus daar zet het college niet op in, anders dan in de bewustwording door communicatie. Het proces van het Zaans Klimaatakkoord gaat in op hoe Zaanstad de klimaatdoelen gaat halen door in te zetten op de energietransitie voor woningen, voorzieningen en industrie, door de mobiliteit te verduurzamen en door de transitie naar een circulaire stad.

Vraag 9: Op de website van de klimaattafels (nieuwzaansklimaat.zaanstad.nl) valt te lezen dat “Zaanstad in 2040 klimaatneutraal wil zijn”. Dient dit te worden geïnterpreteerd dat de inzet van de gemeente bij de klimaattafels is om in 2040 klimaatneutraal te zijn en niet eerder (in het coalitieakkoord wordt gesproken over een tijdstip tússen 2030 en 2040)?

De inzet van de gemeente is om tussen 2030-2040 klimaatneutraal te zijn. In de meeste teksten staat dit ook zo verwoord. Soms wordt dit ook verwoord als ‘Zaanstad wil uiterlijk in 2040 klimaatneutraal zijn.’ Daar waar het woord ‘uiterlijk’ was weggevallen is dit per direct gecorrigeerd. Dank voor de alertheid van de Partij voor de Dieren Zaanstad in deze.

In het vertrouwen u voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Zaanstad,

drs. J. Hamming, burgemeester
Digitaal ondertekend door burgemeester drs. J. Hamming op 15-01-2020

drs. F.H.M. Apeldoorn, gemeentesecretaris
Digitaal ondertekend door gemeentesecretaris drs. F.H.M. Apeldoorn op 15-01-2020