Algemene Beschouwing van de Partij voor de Dieren Zaanstad


De bijdrage van Judit Raa

31 oktober 2019

Voorzitter,

Rupsje Nooitgenoeg. Het is in deze raad tegenwoordig gangbaar om de Partij voor de Dieren Rupsje Nooitgenoeg te noemen. We hadden dat graag als geuzennaam aangenomen, maar het college maakt ons dat niet makkelijk. Het heeft ons namelijk een begroting voorgeschoteld die alleen maar gaat over meer, meer, meer. Meer economische groei, meer toerisme, meer kortetermijnbelangen, meer vervuilend vervoer, waar meer mensen meer de dupe van worden dan wel bij varen.

Met name de uitwerking van drie onderwerpen in de begroting maken haar voor ons onacceptabel. Niet verrassend, zijn dit dierenwelzijn, leefomgeving en klimaat.

Eerst dierenwelzijn.
Hoeveel is het ons waard om fatsoenlijk met álle dieren in de gemeente om te gaan? Natuurlijk, een fatsoenlijk beleid kost geld en ambtelijke capaciteit. Niet veel, maar ook niet niks. In de begroting zien we echter: niets. Het extra budget voor dierenwelzijn gaat volledig op aan achterstallige steun voor Dierenzorg en extra capaciteit bij de gemeente.

En dan hebben we nog onderwerpen die de nota niet eens haalden omdat ‘er te weinig geld voor is’. Bijvoorbeeld het welzijn van “huisdieren”, wanneer hun verzorgers de medische zorg niet kunnen betalen. Of het welzijn van de “huisdieren” die verkocht worden in dierenwinkels en tuincentra. Of de opvang van wilde dieren, die steeds verder in de knel komen door bebouwing, wegen en klimaatverandering.

Laat staan dat we iets lezen over hoe we het welzijn van Zaanse landbouwdieren gaan verbeteren… want ook in Zaanstad worden kalfjes meteen na de geboorte bij hun moeder worden weggehaald, worden kuikens op hun eerste levensdag versnipperd en worden dieren op transport gezet naar de slachter.

Het college heeft beleid noch geld voor deze dieren over.

Dan moeten we het hebben over de ontwikkeling van onze leefomgeving.
Zaanstad versteent. Wijk voor wijk worden open groene ruimtes volgebouwd. Er komen kunstgrasvelden in natuur, bomen worden gekapt voor wegverbredingen, gebouwen worden geplaatst in elke open ruimte die nog beschikbaar is. Bouwen, bouwen, bouwen. Net zo lang totdat niemand meer in onze stad wil en kan wonen.

De werkelijke oorzaken van de woningnood worden buiten beschouwing gelaten. Hoe controleren we toeristenstromen, internationale vastgoedinvesteerders, massale instroom van expats en internationale studenten, en alle mensen die in de randstad willen wonen? Dáár moet we het over hebben. Blijven doorbouwen is alleen een doekje voor het bloeden.

En tot slot het klimaatbeleid.
Als je de klimaatmonitor opzoekt, zie je de ontwikkeling van CO₂-uitstoot naar sector. Daar zie je dat de reductie over de afgelopen jaren geheel in de industrie lag. Uitstoot uit autoverkeer is toegenomen, die uit de dienstverlening is gelijk gebleven. In de begroting worden de cijfers over uitstoot uit de dierindustrie en hfk’s (uit airco’s en koelkasten) niet meegenomen. Dat komt neer op 50% méér uitstoot dan nu wordt opgegeven door het college!

Voorzitter, de cijfers liegen er niet om. De échte cijfers, dan. Over de hele wereld vinden steeds meer, steeds ernstiger natuurrampen plaats. De stijgende temperatuur heeft een ontwrichtende werking op arme landen. Dat is, of lijkt, nu nog ver van ons bed, maar is dat een goede reden om onze schouders erover op te halen?

Ik zeg líjkt ver van ons bed, want ook in Nederland hebben mensen, dieren en eetbare gewassen last van steeds hetere en drogere zomers en loopt de schade door hagel en wateroverlast de rest van het jaar sterk op. In de heetste week van dit jaar overleden er in ons land tussen de drie- en de vierhonderd mensen meer dan in een gemiddelde week.

Ik zeg ook líjkt ver van ons bed, omdat wij, in de rijke delen van de wereld, voor het overgrote deel verantwoordelijk zijn voor de CO₂-uitstoot en dus voor de rampen, de honger en de vervuiling in de rest van de wereld. De aarde warmt op. En wij. Zijn. De oorzaak.

En dan ligt hier dus die begroting. Met beleid dat gericht is op economische groei. Net als vorig jaar. Maar sinds vorig jaar zijn er talloze waarschuwingen bij gekomen, over de opwarming van de aarde, over biodiversiteitsverlies. Het college trekt zich dat kennelijk niet aan. Het zegt eigenlijk: laten we de klimaatcrisis een handje helpen. Laten we de wereld méér vervuilen. Ook ten koste van onze eigen inwoners. Wie is hier dan het rupsje nooitgenoeg?

De Partij voor de Dieren wil maar één ding: een leefbare aarde.

Het wordt tijd dat het college met echte oplossingen komt. Pak de handschoen op. Voordat het te laat is, voordat onze stad onbewoonbaar is.

Waarvoor dank.